
Te Urewera, Coromandel en het vliegveld
We werken ons langzaam omhoog langs de oostkust van het Noordereiland. In Napier even naar de art-deco gebouwen gekeken. De kust is hier lang met veel kiezelstranden. Een lekkere hoek voor surfers want de golven zijn vaak erg hoog. We gaan via Waioa naar het Te Urewera natrional park. Het is een heel eind over onverharde weg. Het gevolg is wel dat het er heel rustig is. De meeste camperrijders beginnen er niet aan.

Over de grasslands naar Songpan
Het is weer vroeg als we vertrekken uit Langmusi. Er is nog weinig volk op straat en de meeste actie komt van de boer die z'n yaks door de straten drijft. Mooie beesten zijn het, zo groot en indrukwekkend en evengoed zo schijterig als je op ze afloopt. Het is de enige afleiding op dit uur want verder blijft het stil. Iets te stil eigenlijk want de bus komt niet opdagen.

Op zoek naar devils
De Tasman peninsula is een landtong iets onder Hobart. Het is eigenlijk een eiland maar dan wel verbonden met een heel dun stukje land. Ook al vernoemd naar Abel Tasman, de ontdekker van Tasmanië. Rondje gereden en overnacht in Nubeena. Wat van de plaatselijke natuurwonderen bezocht.

Panama City
Regen, regen, regen, hier in Panama City leek er geen eind aan te komen. Tot vandaag dan, want opeens was het vanmorgen droog. Gelijk de bus gepakt naar de Miraflores sluizen bij het Panama kanaal. Het is vandaag weer een bedrijvige dag. Gisteren was bijna alles gesloten vanwege een feestdag. De wijk waar we zitten is al niet heel erg vrolijk, maar met al die gesloten rolluiken en de hele dag regen zag het er helemaal treurig uit.

Langtang trekking
De eerste dag begon met een busrit naar Dhunche, een klein plaatsje in de bergen vanwaar de trek begint. Om zes uur 's ochtends ons gemeld bij het grote busstation hier in Kathmandu. Volgens de informatie zou de bus om half zeven gaan. Dit blijkt prima te kloppen alleen is deze al uitverkocht. Dus een uurtje wachten op de volgende bus.

Lekker Lanka!
Ik hang uit het gat in de trein waar ooit de deur heeft gezeten. In het zonnetje en met een lekker windje door het haar. De geur van groene rijstvelden, rokerige vuurtjes en een oude diesellocomotief. De rijstvelden en kleine dorpjes schieten voorbij. Nou ja, schieten, echt hard gaat het niet. We stoppen in elk gehucht onderweg en het boemeltje hobbelt letterlijk zijn weg richting het noorden. Ik heb altijd gedacht dat een treinrails toch overwegend vlak dient te zijn, maar hier zitten er echte kuilen in de rails. Soms kom je bijna los van het bankje!